PixelFarming Robotics loopt voor de troepen uit
De Robot One is toe aan de eerste serieproductie. Voor de nieuwste versie van de landbouwrobot, versie 2023, staan ruim tachtig bedrijven wereldwijd op de wachtlijst. De hightech machine voor slimme landbouw kan met veertien geavanceerde dieptewaarnemingscamera’s en dubbele GPS-antennes elk sprietje onkruid bestrijden. “Onze grootste uitdaging op technologisch gebied was om de robot zo simpel mogelijk te maken”, zegt Arend Koekkoek, die met PixelFarming Robotics een groene revolutie in de landbouw wil ontketenen.
Dat gebeurt vanuit Campus Almkerk, een innovatiecentrum voor duurzame landbouw, waar de Robot One is ontwikkeld. Tijdens ons gesprek rijdt de gloednieuwe versie 2023 op zonne-energie voorbij. “Daar gaat ie”, zegt Koekkoek, “op weg naar een potentiële klant om te testen.” Het uitgangspunt bij de ontwikkeling van de mechanische onkruidbestrijder was om alleen dát te oogsten wat je wilt eten. Het circulaire concept heeft alle bouwstenen in zich om de voedselsysteempuzzel opnieuw te leggen: hightech op het land, chemievrij boeren, meer biodiversiteit, meer toegevoegde beleving en daarmee meer waarde voor de teler én verbinding tussen consument en de bodem. De innovatie is één van de businesscases binnen de moonshot ‘Digitale gewasketen’ van AgriFoodInnovation (AFI). Hiermee wil Brabant een versnelling realiseren in de ecotech landbouw en daarmee bijdragen aan de realisatie van een duurzame productieketen.
Chemievrije landbouw
Bij de start van de krachtenbundeling met AFI was het doel om 1000 ha open teelten onkruidvrij te houden met de Robot One, zonder gebruik van bestrijdingsmiddelen. “De achterliggende gedachte is dat we van de chemie af moeten, dat we biodivers gaan telen, maar vooral ook dat we het gebrek aan medewerkers op het veld oplossen. Want die boer gebruikt chemie alleen maar omdat hij geen handjes heeft om het werk te doen”, aldus Koekkoek. “De landbouw moet een transitie doormaken, waarin hightech een fundamentele rol speelt. Daar sta ik 100% achter.”
‘Het programmeren van de Robot One doe je simpelweg met een schoffel’
Met zijn compagnon Kees Westein begon hij in 2017 met de ontwikkeling van een robot voor het onkruidvrij houden van moestuintjes, heel kleinschalig dus. Vandaaruit ontstond het idee om dit op grote schaal te gaan doen, om zo chemievrije en regeneratieve landbouw mogelijk te maken. “We dachten: als je het concept van Herenboeren met hightech kunt uitvoeren én op grote schaal, dan heb je in Nederland aan 770.000 ha landbouwgrond voldoende. Dat betekent dat je twee derde van het totale areaal van 2,1 miljoen ha vrijmaakt voor ander gebruik. Met dit idee liepen we als hightech club met een doe-mentaliteit voor de troepen uit. De timing was perfect. De discussie over de landbouw is sindsdien ontploft en wij hebben inmiddels een oplossing klaarstaan waarmee we echt impact kunnen maken.”
Direct meer diversiteit
Op het proefveld in Almkerk kunnen telers zien hoe PixelFarming in de praktijk werkt. Een stuk land is opgedeeld in kleine stukken (pixels), waar verschillende soorten gewassen worden geteeld. Het gevolg is dat er direct meer diversiteit ontstaat. “Het programmeren van de Robot One doe je simpelweg met een schoffel”, legt Koekkoek uit. “Een pixel met knolselderij bijvoorbeeld maak je onkruidvrij, de robot maakt er een scan van door eroverheen te rijden en herkent zo wat plant is en wat grond. Steekt er onkruid de kop op, dan weet hij dat dit daar niet hoort omdat het een andere plant is. Je doet dus handmatig voor wat de machine moet gaan doen. Een kwestie van leren werken met de robot, dan leert de robot ook werken met jou en de gewassen die je wilt kweken. Om de Robot One te optimaliseren hadden we dus in de eerste plaats telers nodig, geen wetenschappers. Degenen met de voeten in de klei, de mensen die zelf aan het schoffelen waren, waren degenen die de juiste vragen stelden. We hebben toen gevraagd of ze ons hier wilden komen helpen en zo ontstond de verbinding. Al snel kwam de vraag om de robot ook op hun locatie uit te testen.”
Wetgevingsmolen
Hiermee ontstond een nieuwe vraag. Want hoe transporteer je de robot op een veilige manier? Zo belandde Koekkoek in de wetgevingsmolen. De RDW kwam langs, de verzekeringsmaatschappij klopte aan. Op dat moment kwam de wetenschapsvraag bovendrijven, die de compagnons neerlegden bij Wageningen Universiteit, TNO en TUI Eindhoven: mag je überhaupt autonoom rijden op het land? Of ze er hierover al hadden nagedacht? Niet dus. De uiteindelijke oplossing om een bekeuring te vermijden: niet harder rijden dan zes kilometer per uur, de wandelsnelheid. “Dat hoor je dan van de RDW”, reageert Koekkoek. “Het verbaasde me dat deze eis vanuit de kennisinstellingen nooit eerder op tafel was gekomen; blijkbaar zijn ze op dergelijke vragen niet ingesteld. Dit was voor mij een van de redenen om mee te werken aan de moonshot: om over dit soort issues disruptie te krijgen en zo versneld tot die eisen te komen. Dat is in dit project goed gelukt. Wat overigens niet wil zeggen dat we de kennisinstellingen niet nodig hebben. Zonder Wageningen waren we nooit met het ministerie mee op handelsmissie gegaan naar Vancouver. Ook speelt de universiteit een cruciale rol om vanuit de biologie naar een robot (AI) te komen.”
‘We zijn als het ware van een bosmaaierrobot naar een bijna chirurgische robot gegaan’
Grote stappen
Technologisch was de grote vraag richting boeren wat ze precies nodig hebben om hun land met de Robot One te kunnen bewerken. “Wat verwachten ze van die machine om meters te maken?” aldus Koekkoek. “Daar hebben we grote stappen in gezet. We zijn van een heel breed functieschema naar een specifiek schema gegaan, als het ware van een bosmaaierrobot naar een bijna chirurgische robot. Dat is wat ze nodig hebben.” Het is ook mogelijk om aan de robot meerdere tools te koppelen. De schoffel kan worden vervangen door een streamer, rotorkopeg, L-Bow of CO2-laser. Het combineren van verschillende taken in één run levert boeren forse tijdbesparing op. En ze staan ervoor in de rij, blijkt uit de wachtlijst. Van Frankrijk tot Canada, van Italië tot de VS staan boeren te popelen om met de Robot One aan de slag te gaan. Hoe ze PixelFarming Robotics weten te vinden? “Dat is het mooie van pull marketing”, (klanten naar je toe trekken, red.), zegt Koekkoek. “Als je dan de World FIRA in Frankrijk als podium hebt – het congres voor de internationale landbouwrobotica sector – kan het snel gaan. Als je nu kijkt naar de rating van Future Farming zitten we in de top 10 van de wereld. Als je daar eenmaal in zit, word je van alle kanten uitgenodigd.”
Opschaling
Wat de Robot One uniek maakt? Koekkoek kan er kort over zijn: “Dat de machine te bestellen is. De robots van andere partijen zijn nog in ontwikkeling.” Om aan de grote vraag te voldoen, is opschaling de volgende stap voor PixelFarming Robotics. Ofwel: in welke volumes ga je waar produceren? “Met handmatige productie komen we tot vijftig stuks per jaar”, vertelt Ronald de Kort van Idea-X, die zich hierover buigt. “Willen we duizend robots per jaar kunnen produceren per locatie, dan moeten we dus geautomatiseerd en gemechaniseerd gaan produceren. En dan nog is het aantal gering, want we bevinden ons in een gigantische markt. Als wij impact willen maken, dan moeten we een hoge ambitie hebben en gaan produceren op meerdere locaties. Daarvoor is het essentieel om de robot zo simpel mogelijk te houden.”
Stappen zetten
En dan zijn er nog de financiële uitdagingen. Tot op heden kwamen de investeringen uit eigen zak en deels van externe partijen als AFI. Die extra bijdragen hebben een versnelling teweeggebracht, zegt Koekkoek. “Die gaven de ruimte om stappen te zetten. Je moet dingen kunnen proberen om verder te komen, dat hoort bij een doe-bedrijf: dingen doen en daarvan leren.” Om the next step te kunnen zetten, is PixelFarming Robotics in gesprek met verschillende partijen. “De eerste batch van tien robots willen we dit jaar nog produceren, de eerste fabriek moet er begin volgend jaar staan. Vandaar uit kunnen we de machine verder gaan uitrollen.”